Chocolade
Uitgifte Jaar | 2013 |
Aantal Platen | - |
Formaat | - x - mm |
Waarde | € - |
Velindeling | 5 Verschillende Postzegels |
Ontwerp | Katleen Miller - Tony Le Duc |
Beschrijving
De Azteken verbonden cacao met Xochiquetzal, de godin van de vruchtbaarheid. Zij dronken een chocoladedrank, xocoatl, vaak op smaak gebracht met vanille, chilipeper en piment. De drank zou vermoeidheid tegengaan, een resultaat van de cafeïne die een bestanddeel van de cacao is. Een Spaanse jezuïtische missionaris, Jose de Acosta, die aan het eind van de 16e eeuw in Peru en Mexico woonde, schreef al over dat effect. De drank werd onder andere gebruikt aan het hof van keizer Montezuma.
In 1585 werd chocolade voor het eerst op commerciële schaal van Veracruz naar Sevilla vervoerd. Chocolade werd toen alleen gedronken, waarbij de Europeanen er suiker aan toevoegden en de chilipeper weglieten. In 1615 werd de chocoladedrank bij officiële audiënties bij de Franse koning ingevoerd, totdat het gebruik door bezuinigingen weer werd afgeschaft. In de 17e eeuw was chocolade een luxeproduct dat vooral gebruikt werd door de adel.
De Spanjaarden die in Amerika woonden ontdekten dat ze lekkere chocoladekoekjes konden bakken door suiker aan de cacaopasta toe te voegen. Ze konden de bereidingswijze van chocolade bijna een eeuw lang geheimhouden.
De eerste chocoladefabriek verrees in 1728 in Engeland. In 1760 kwamen er fabrieken in Duitsland en Frankrijk. In 1819 werd voor het eerst Zwitserse chocolade gefabriceerd. In 1813 begon Blooker met de productie van cacao en chocolade in Nederland, en in 1828 deed Casparus van Houten sr. een belangrijke uitvinding waarmee op eenvoudige wijze het vet van de cacaomassa kon worden gescheiden. Deze techniek kreeg wereldwijd navolging. Eind 18e eeuw begon chocolade in prijs te dalen, zodat ook gewone mensen het konden betalen.
België is wereldwijd bekend om zijn chocolade en dan in het bijzonder om zijn pralines (in Nederland bonbons genoemd). Voor veel toeristen hoort pralines kopen gewoon bij een bezoek aan België. En dit met reden, want de praline werd in België in 1912 door de bakkers van Neuhaus uitgevonden, en nergens ter wereld vindt men zo'n verscheidenheid aan deze chocoladesnoepjes. Neuhaus is nu nog altijd een bekende maker van pralines en ander snoep van chocolade. Andere bekende Belgische pralines zijn bijvoorbeeld van het merk Leonidas, Sweertvaegher of Godiva.
Overige Belgische chocoladeproducenten zijn Belcolade, Côte d'Or, Galler, Chocolade Jacques en Chocoladewerken Gudrun. Verdwenen chocoladeproducenten zijn Aiglon, De Beukelaer, Martougin, Meurisse en Victoria. In België staat tevens de grootste chocoladefabriek ter wereld, meer bepaald de fabriek van Barry Callebaut te Wieze en de eerste van de 8 Chocolate Academy's verspreid over heel de wereld met vestigingen in Frankrijk, Zwitserland, en de VS.
Bron: World Wide Web 2013 / Wikipedia 2013
Hoe wordt Cacao gemaakt?
Het hoofdbestanddeel van chocolade, cacao, wordt gewonnen uit cacaobonen, het zaad van de cacaoboom. Cacaobonen worden in jutezakken van ongeveer 70 kg geïmporteerd uit tropische streken. De cacaobonen werden daar al gefermenteerd en gedroogd.
Bij aankomst worden de bonen van diverse oorsprong gemengd, om een egale smaak te krijgen. De bonen worden vervolgens gereinigd, met andere woorder takjes, touw, steentjes en dergelijke worden eruit gehaald.
Daarna worden de bonen geroosterd in draaiende trommels bij een temperatuur tot 140°C. De temperatuur en duur bepalen voor een groot deel de uiteindelijke smaak van de cacao. De geroosterde bonen gaan vervolgens door een breker. De dop breekt open en wordt weggeblazen zodat alleen de kern (nib) overblijft.
De kernen worden in de cacaomolens fijngemalen tot een dikke vaste pasta. Dit heet de cacaomassa. Uit dit product kan het vet onttrokken worden. Dit heet dan cacaoboter. De dikke, harde klomp die overblijft, wordt vermalen tot magere cacao of cacaopoeder.
Bron: World Wide Web 2013 / Wikipedia 2013